Tijdens onze contacten met verschillende regio’s die graag aan de slag willen met het Toekomstscenario krijgen we vaak de vraag: op welke doelgroep richten de proeftuinen zich? Dat verschilt per proeftuin en ook per regio waar gewerkt wordt met een gezinsgerichte aanpak.
Beste Kitty,
Deel je de antwoorden op deze vraag? Ik ben er ook benieuwd naar. Ook de verdeling tussen wat bijvoorbeeld naar MDA++ gaat, wat naar de Beschermingstafel, wat naar Zorg en Veiligheidshuis etc.
Groet,
Saskia
Hallo,
In West Brabant West zetten we ons in voor de volgende doelgroep;
Jeugdigen die structureel in onveiligheid zitten, waarbij er geen sprake is van acute onveiligheid maar ook geen beweging naar veiligheid. Casuïstiek komt vanuit het wijkteam.
Met vriendelijke groet,
Madelon van Vliet
Hoi Kitty, wij hebben in Holland Rijnland de keuze gemaakt om te werken vanuit 0-100. Dit omdat wij denken dat een gezinsgerichte aanpak niet optimaal is vanuit alleen een 18- blik. Juist vanuit 18+ zie je andere invalshoeken die de aanpak kunnen versterken. Wij bevelen dan ook aan gemeenten aan om hun lokale teams en beleidsteams gezinsgericht in te richten en te kijken naar gezinsgerichte financiering. Dit doet meer recht aan de volwassenen binnen het gezin en aan de dynamiek tussen alle gezinsleden, en daarnaast is er ook voor jongeren die van 18- naar 18+ groeien, een goede overgang (binnen de lokale teams althans, binnen het zorgaanbod ligt dat anders).
Wij zijn geen proeftuin overigens en zijn niet bezig met de vorming van een RVT. Wel loopt er een project waarbij de GI aansluiten bij de lokale teams; dat is vooralsnog 18- maar willen we uitbreiden richting 18+.
Groeten, Tosca
Deze vraag hebben we gesteld aan de proeftuinen. De grootste gemene deler van de elf proeftuinen: gezinnen en huishoudens waar sprake is van huiselijk geweld en/of kindermishandeling (fysiek, psychisch en/of seksueel geweld), inclusief onderliggende risicofactoren en beschermende factoren. Soms ligt daarin de focus op kinderen die wel al te maken hebben met gedwongen hulpverlening of waar dat dreigt – maar anderzijds wordt al of niet een dwangkader gezien als ‘het oude denken’.
Daarnaast is er veel aandacht voor jeugdigen waarbij sprake is van (beginnend) delictgedrag en complexe scheidingen. In het algemeen richten de proeftuinen zich op een doelgroep van 0 tot 100 jaar en ook op huishoudens zonder (minderjarige) kinderen waarbij sprake is van onveiligheid.
Tot slot richten de meeste proeftuinen zich op situaties, waarbij sprake is van meerdere problemen op meerdere leefgebieden.
Hi Kitty,
In Gelderland Zuid in de proeftuin samen verder werken we vanuit een netwerkteam waarin de verschillende expertises op het gebied van veiligheid en zorg vertegenwoordigd zijn; ook ggz-expertise maakt hier deel van uit; het team vormt zich op maat van wat het gezin/huishouden, en diens netwerk, nodig heeft. De doelgroep waar we ons op richten is van 0 tot 100 en zonder onderscheid in aard van de veiligheidsproblematiek;.
De verbreding van de doelgroep naar 0 – 100 is een van de uitgangspunten voor de ontwikkelopdracht. Enerzijds zijn er de huishoudens met kinderen waarbij er oog is voor de problematiek van de ouders. Anderzijds gaat samen verder gaat zich ook richten op huishoudens zonder kinderen.
CRITERIA VOOR AANMELDING:
- Multi-probleem: complexe problematiek op meerdere leefgebieden.
- Sprake l (structurele) onveiligheid en/ of (gewelds)patronen
- Ontwikkelingsbedreigingen
- Is er een wens tot verandering, wat maakt dat eerder inzet niet voldoende gelukt is?
- Draagt buiten de kaders handelen bij aan een oplossing voor het gezinssysteem?
- Geen actieve betrokkenheid.
* Contra:
- Acute onveiligheid en spoed.
- Ontbreken van toestemming voor start traject.
(Scheiding waarbij bij aanvang geen akkoord is bij een van ouders.)
- We houden de mogelijkheid om ondanks de criteria een casus niet op te nemen (het team neemt de ruimte om te beproeven-verscheidenheid te hebben aan casuïstiek).
